Kennisdeling en borging
In deze fase denk je na over hoe je inzichten en materialen overdraagt, zodat ze niet verdwijnen met het pilootproject of het initiatief, maar blijven leven in de werking van de klas, het team of de school. Je maakt keuzes over wat je wil behouden, structureel inbedden, verbreden of delen. Dat kan gaan over afspraken, materialen, werkwijzen, inzichten of een manier van samenwerken.
Contextanalyse en probleemdefiniëring
In de fase van ‘contextanalyse en probleemdefiniëring’ probeer je het probleem of de uitdaging te benoemen, te begrenzen en te doorgronden. Soms doen meerdere problemen zich tegelijk voor en is afbakening nodig om gericht aan een uitdaging te kunnen werken. Tegelijk onderzoek je waarom je hiermee aan de slag wil.
Door zorgvuldig te verkennen wat er speelt én waarom dit ertoe doet, leg je een sterke basis voor gerichte, onderbouwde verbetering.
Onderzoeksvragen en doelen
In de fase ‘Onderzoeksvragen en doelen’ bepaal je wat je precies wil te weten komen, én welk doel je wil bereiken. Vaak formuleer je ook één of meerdere hypotheses: voorlopige veronderstellingen over mogelijk oorzaken die je in de volgende fases zal toetsen of bijstellen. Gebruik deze fase ook om tot een gemeenschappelijke taal te komen en onderzoek of iedereen hetzelfde begrijpt onder de termen in je vraag.
Informatieverzameling en interpretatie
Informatie verzamelen en interpreteren om verder zicht te krijgen op je praktijkvraag. Je zoekt naar patronen, verschillen, tegenstrijdigheden of verrassende inzichten. Belangrijk is dat je niet enkel bevestiging zoekt voor wat je al vermoedde, maar ruimte laat voor nuance, verrassing of complexiteit. Je kijkt naar wat gegevens je wél én niet vertellen en verbindt ze met je context en praktijkkennis.
Plan en ontwerp
Wat gaan we doen, met wie, wanneer en hoe? Je vertaalt je inzichten naar acties of aanpakken die passen bij je doelen én je context (klas, school, team). Dat kan een volledig projectplan zijn, of een eerste gerichte aanpassing. Belangrijk is dat het plan bewust gekozen, onderbouwd én afgestemd is op de situatie en de inzichten uit de vorige stap.
Implementatie en feedbacklussen
Implementeren binnen evidence-informed werken is méér dan uitvoeren wat op papier staat. Je organiseert tussentijdse feedbacklussen: momenten waarop je bewust stil staat bij wat er gebeurt, hoe het loopt en wat dat betekent en je feedback verzamelt van verschillende betrokkenen.
Evaluatie en reflectie
In deze fase neem je bewust tijd om terug te blikken. Je kijkt zowel naar zichtbare resultaten als naar de ervaren invloeden op leerlingniveau, klaspraktijk, teamwerking of schoolcultuur. Evalueren betekent ook reflecteren op het proces zelf: hoe zijn we als team gegroeid, waar hebben we bijgeleerd, waar liep samenwerking stroef? Deze combinatie van resultaatgericht terugkijken én lerend reflecteren geeft betekenis aan wat je samen hebt opgebouwd.
Leerkracht
Het perspectief van de leerkracht is één van de blikken die kan meegenomen worden in het proces om tot gedragen onderwijsbeslissingen te komen.
Verschillende perspectieven combineren noemen we in het model ‘multiperspectivisme’ en je leest er hier meer over:
Leerling
Het perspectief van de leerling is één van de blikken die kan meegenomen worden in het proces om tot gedragen onderwijsbeslissingen te komen.
Verschillende perspectieven combineren noemen we in het model ‘multiperspectivisme’ en je leest er hier meer over:
School
Het perspectief van de school (schoolleiding, beleidsteam, …) is één van de blikken die kan meegenomen worden in het proces om tot gedragen onderwijsbeslissingen te komen.
Verschillende perspectieven combineren noemen we in het model ‘multiperspectivisme’ en je leest er hier meer over:
Praktijkkennis
Praktijkkennis is de kennis die de onderwijsprofessional vergaart via ervaringen, vaststellingen of waarnemingen in zijn of haar onderwijspraktijk. Het is één van de drie kennisbronnen waarop evidence-informed werken steunt. Het combineren van deze kennis met wetenschappelijke inzichten en data, noemen we triangulatie.
Data
Data geven inzicht in wat er daadwerkelijk gebeurt in jouw klas of school, en helpen om patronen, successen en knelpunten te herkennen. Het is één van de drie kennisbronnen waarop evidence-informed werken steunt. Het combineren van deze kennis met wetenschappelijke inzichten en ervaring uit de praktijk, noemen we triangulatie.
Wetenschappelijke kennis
Wetenschappelijke kennis over wat werkt in leren en lesgeven is één van de drie kennisbronnen waarop evidence-informed werken steunt. Het combineren van deze kennis met data en ervaring uit de praktijk, noemen we triangulatie.