Doorgaan naar content

Zomerscholen

Middelgroot effect tegen gematigde kosten, op basis van beperkte evidentie.

Wat zijn zomerscholen?

Op zomerscholen worden extra lessen gegeven tijdens de zomervakantie. Ze zijn vaak bedoeld om achterstanden in te halen, al zijn er ook die de ontwikkeling van kinderen in brede zin stimuleren of die zich richten op sport en andere niet-schoolse activiteiten. Er zijn ook zomerscholen met een specifiek doel, bijvoorbeeld leerlingen helpen bij de overgang van het lager naar het secundair onderwijs of om goed presterende leerlingen voor te bereiden op de universiteit.

Andere oplossingen voor uitbreiding van de onderwijstijd komen aan de orde in andere onderdelen van de Toolkit, zoals Huiswerk en Extra leertijd.

Belangrijke bevindingen

  • Zomerscholen hebben een positief effect van gemiddeld drie maanden extra leerwinst, maar de implementatie ervan is duur. Het aanbieden van extra begeleiding tijdens het schooljaar is wellicht een meer kosteneffectieve manier om de leerprestaties te verbeteren.

  • Als een zomerschool schoolprestaties moet verbeteren, dan moet deze ook expliciet op schools leren gericht zijn. Zomerscholen met een intensieve instructiecomponent, zoals begeleiding in kleine groepen of een-op-een, hebben gemiddeld een groter effect.

  • Aanwezigheid van de leerlingen kan uitdagend zijn bij een zomerschool, vooral voor leerlingen uit minder kansrijke gezinnen. Het is daarom belangrijk om een gepaste aanpak te kiezen om leerlingen betrokken te krijgen en te houden.

  • Zomerscholen waarbij de leerlingen de leerkrachten al kennen hebben gemiddeld een groter effect, maar zijn waarschijnlijk duurder.

  • Zomerscholen kunnen ook extra ervaringen en activiteiten aanbieden, zoals kunstlessen of sportieve activiteiten. Dit is op zichzelf al waardevol en kan betrokkenheid vergroten naast de leercomponent.  

Hoe effectief is deze aanpak?

Over het algemeen blijkt uit het onderzoek dat leerlingen die naar een zomerschool gaan gemiddeld ongeveer drie maanden extra leerwinst boeken vergeleken met leerlingen die niet naar een zomerschool gaan.

Het effect is groter als de zomerscholen een intensief programma aanbieden, er genoeg middelen beschikbaar zijn en de lessen een-op-een of in kleine groepen worden gegeven door ervaren en gekwalificeerde leerkrachten.

Het lijkt erop dat het een voordeel is als de leerlingen de leerkrachten kennen (over het algemeen +4 maanden leerwinst).

Zomerscholen zonder duidelijke leercomponent blijken over het algemeen geen betere schoolprestaties op te leveren, maar kunnen wel positieve effecten hebben op andere gebieden.

Achter het gemiddelde

  • Er is minder onderzoek gedaan naar zomerscholen in het secundair onderwijs, maar de effecten voor het lager en secundair onderwijs zijn vergelijkbaar.

  • De effecten zijn groter voor lezen en schrijven (+3 maanden leerwinst) dan voor rekenen/wiskunde (+2 maanden leerwinst). Er is zeer beperkte evidentie voor andere vakken, zoals de wetenschappelijke vakken, waarvoor wel positieve effecten werden vastgesteld.

  • Uit de resultaten blijkt dat intensievere aanpakken, zoals begeleiding in kleine groepen of een-op-een, effectiever zijn (+5 maanden leerwinst). Dit is vergelijkbaar met het gebruikelijke effect van een-op-een begeleiding

Onderwijsongelijkheid wegwerken

Er is enige evidentie dat zomerscholen een positief effect hebben op leerlingen uit kansengroepen wanneer de zomerschool een nadrukkelijke leercomponent heeft, over voldoende leermiddelen en materialen beschikt en het onderwijs in kleine groepen of een-op-een plaatsvindt. Er is minder bewijs voor het effect van ‘’lichte’ interventies zoals zorgen voor boeken die kinderen tijdens de zomervakantie thuis kunnen lezen.

Onderzoek laat zien dat het voorkomen van verzuim en vroegtijdig afhaken de belangrijkste uitdagingen zijn voor zomerscholen met vrijwillige deelname buiten het schooljaar, vooral voor leerlingen uit kansengroepen. Om deze kwesties het hoofd te bieden moeten scholen eventuele hindernissen (zoals de kosten voor vervoer of eten, geplande vakanties of religieuze feestdagen) in een vroeg stadium bespreken met ouders en voogden en kort op de bal spelen wanneer leerlingen dreigen af te haken. Wanneer een zomerschool specifiek is gericht op leerlingen uit kansengroepen is het belangrijk stigmatisering te voorkomen.

Het aanbieden van activiteiten die niet met het leren te maken hebben, zoals sport, kunstlessen of cultuureducatie, zijn waardevol op zichzelf en kunnen leerlingen uit kansengroepen mogelijkheden bieden die anders buiten hun bereik zouden liggen. Een gemengd activiteitenaanbod kan zorgen voor meer betrokkenheid en de animo voor zomerscholen vergroten.

Waar moet je rekening mee houden?

Zomerscholen hebben een effect op de leerprestaties omdat ze leerlingen in de zomer extra schooltijd bieden en daarmee extra leertijd. Deze extra leertijd kan ook gericht zijn op leerlingen die problemen hebben met bepaalde onderdelen van het lesprogramma. Voor scholen die deze aanpak toepassen is het volgende van belang:

  • trek extra leertijd uit voor kernvakken; 

  • Zorg ervoor dat leerlingen voor wie de aanpak is bedoeld ook daadwerkelijk de extra tijd en de zomerschool optimaal benutten; 

  • Zorg binnen de zomerschool dat leerlingen die dat nodig hebben extra en gericht begeleid worden; 

  • Werk samen met scholen in het lager onderwijs als de zomerschool gericht is op de overgang van het lager naar het secundair onderwijs.

Zomerscholen kunnen ook andere activiteiten aanbieden die verrijkend zijn en de betrokkenheid vergroten, zoals kunst- en sportlessen of educatieve uitstapjes. Deze activiteiten kunnen helpen om leerlingen betrokken te houden bij een zomerschool met een grote leercomponent, maar ze kunnen op zichzelf ook zinvol zijn voor zomerscholen die een breder doel hebben.  

Zomerscholen duren meestal twee of drie weken. In een aantal onderzoeken zijn zomerscholen onderzocht die tot wel zes weken duurden. Dat is echter uitzonderlijk lang en aanwezigheid was daarbij in een aantal gevallen een probleem. Scholen kunnen een zomerschool organiseren aan het begin van de zomervakantie of direct voorafgaand aan het nieuwe schooljaar.

Hoeveel kost deze aanpak?

Onderstaande informatie is gebaseerd op internationale gegevens en geeft daarom slechts een indicatie van de kosten in Vlaanderen 

De gemiddelde kosten voor zomerscholen zijn gematigd. De kosten voor scholen worden vooral bepaald door de vergoeding van de medewerkers en eventueel voor leermiddelen en activiteiten. Dit zijn grotendeels terugkerende kosten, die variëren naarmate het aantal deelnemende leerlingen, hoelang de zomerschool duurt en hoeveel leraren erbij betrokken zijn.

Vergeleken met andere methodes vragen zomerscholen veel tijd van medewerkers. Zomerscholen kunnen worden verzorgd door een combinatie van leraren, begeleiders, externe aanbieders (bijvoorbeeld organisaties die zich bezighouden met geletterdheid en sportorganisaties) en vrijwilligers.

Directies en beleidsteams moeten niet alleen kijken naar tijd en kosten, maar ook hoe ze maximaal kunnen inzetten op de leercomponent als ze een zomerschool aanbieden. Daarvoor is het belangrijk dat de zomerschool over voldoende leermiddelen en materialen en de juiste medewerkers beschikt, en goed is afgestemd op de leerbehoeften van de leerlingen.

Scholen moeten voorkomen dat de werkdruk voor leraren toeneemt, terwijl de leerwinst voor de leerlingen niet zeker is.

Ook mag het organiseren van een zomerschool niet betekenen dat leraren minder tijd hebben om kwaliteitsvol onderwijs voor het volgende schooljaar voor te bereiden.

Hoe overtuigend is de evidentie?

De evidentie voor de effectiviteit van zomerscholen is beperkt. Er werden 59 onderzoeken gevonden die voldeden aan de criteria voor opname in de Toolkit.

Houd rekening met het volgende over de geanalyseerde onderzoeken: veel van deze studies zijn geen gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken. Hoewel een andere onderzoeksopzet zeker belangrijke informatie kan opleveren over de effectiviteit van een aanpak, bestaat het risico dat de resultaten zijn beïnvloed door onbekende factoren die geen deel uitmaken van de aanpak.

Net als bij andere onderzoeksreviews laat de Toolkit het gemiddelde effect van een aanpak zien, op basis van wetenschappelijk onderzoek. Het is belangrijk om naar je eigen context te kijken en te vertrouwen op je oordeel als onderwijsprofessional wanneer je een aanpak wilt toepassen in jouw onderwijspraktijk.