Doorgaan naar content

Huiswerk

Groot effect tegen zeer lage kosten, op basis van zeer beperkte evidentie.

Wat is huiswerk?

Huiswerk bestaat uit opdrachten, gegeven door leerkrachten, die leerlingen zelfstandig buiten de les moeten uitvoeren. Dit omvat alle schoolgerelateerd werk, zowel klassieke taken als het studeerwerk voor toetsen. Voorbeelden van huiswerk in het lager onderwijs zijn thuis lezen, maaltafels oefenen of een spreekbeurt maken. In het secundair of middelbaar onderwijs gaat het bijvoorbeeld om toepassingen van leerstof, het werken aan langlopende projecten, schrijfopdrachten of het leren voor een toets.

De aanpak en hoeveelheid huiswerk kan aanzienlijk variëren, vooral tussen leerlingen in de lagere school en in de middelbare school.

Huiswerk omvat ook huiswerkklassen waar leerlingen hun huiswerk op school maar buiten de reguliere schooltijden maken, en methodes zoals ‘flipping the classroom’, waarbij leerlingen de leerstof van de komende les eerst thuis voorbereiden door bijvoorbeeld het bekijken van een video of het lezen van een tekst, waarna deze in de les wordt besproken en er opdrachten over worden gemaakt. 

Belangrijke bevindingen

  • Huiswerk heeft gemiddeld een positief effect (+5 maanden leerwinst), vooral voor leerlingen in het secundair onderwijs. Huiswerk in het lager onderwijs heeft vooral nut voor automatiseren, om de gewoonte te krijgen om te werken voor school en zodat ouders weten waar hun kinderen mee bezig zijn.

  • Niet alle leerlingen hebben thuis een rustige plek waar ze huiswerk kunnen maken. Het is belangrijk dat scholen bedenken hoe ze deze leerlingen kunnen helpen (bijvoorbeeld door huiswerkklassen aan te bieden).

  • Huiswerk dat aansluit bij wat in de klas aan bod komt of zal komen, is effectiever. Uit onderzoek is gebleken dat het effect op de leerprestaties groter is wanneer er ook feedback wordt gegeven op het huiswerk.

  • Het is belangrijk dat de leerlingen weten wat het doel van het huiswerk is (bijv. meer leren over een bepaald onderwerp, of een specifieke vaardigheid beter leren beheersen, of herhalen van bepaalde voorkennis die noodzakelijk is voor een volgende les).

Hoe effectief is deze aanpak?

Gemiddeld is het effect van huiswerk positief voor zowel het lager als het secundair onderwijs, al is het effect kleiner in het lager onderwijs (3 maanden leerwinst) dan in het secundair (5 maanden leerwinst).

De kwaliteit van de opdrachten lijkt belangrijker te zijn dan de hoeveelheid werk die de leerling moet verrichten. Er is enige evidentie dat het effect van huiswerk afneemt naarmate de leerlingen er meer tijd aan besteden. In de onderzoeken met het hoogste effect hadden leerlingen twee keer per week huiswerk voor het onderzochte vak.

In hoeverre het huiswerk aansluit op het leren tijdens de lessen, speelt ook een belangrijke rol. In de meest effectieve voorbeelden was het huiswerk een integraal onderdeel van het leren en niet slechts een aanvulling op het leren. Voor een maximaal effect blijkt het ook belangrijk dat leerlingen goede feedback krijgen op hun werk (zie ook Feedback).

Achter het gemiddelde

  • Studies naar huiswerk in het secundair onderwijs laten een groter effect zien (+5 maanden leerwinst) dan studies naar huiswerk in het lager onderwijs (+3 maanden leerwinst).

  • Gelijkaardige effecten werden vastgesteld voor zowel lezen, rekenen/wiskunde en de wetenschappelijke vakken

  • Huiswerk wordt meestal individueel opgegeven. Onderzoeken naar huiswerk waarbij leerlingen moeten samenwerken laten een groter effect zien (+6 maanden leerwinst), al ging het om een klein aantal onderzoeken.

  • Onderzoeken waarbij ook werd gekeken naar de inzet van digitale technologie lieten een groter effect zien (+6 maanden leerwinst).

Onderwijsongelijkheid wegwerken

Voor leerlingen uit kansengroepen moet het huiswerkbeleid extra goed doordacht worden. Deze leerlingen hebben minder kans op een rustige werkplek en hebben minder vaak een computer, laptop of tablet met een stabiele internetverbinding ter beschikking. Het zou ook kunnen dat ze minder vaak ondersteund worden door hun ouders om huiswerk te maken en effectieve leergewoonten te ontwikkelen. Dit kan ertoe leiden dat de kansenongelijkheid in het onderwijs juist toeneemt. Dit betekent echter niet dat een ‘geen-huiswerk-beleid' dan beter is, want dan ontneem je leer- en oefenkansen voor élk kind.

Huiswerkgroepen en -begeleiding kunnen deze belemmeringen wegnemen omdat ze leerlingen de middelen en ondersteuning bieden die ze nodig hebben om hun huiswerk te maken of te leren. Daarnaast wijst ander onderzoek erop dat huiswerk niet moet worden ingezet als straf voor slechte prestaties.

Huiswerk in het lager onderwijs

Effect

+3 maanden

Aantal studies

11 studies

Samenvatting

In het lager onderwijs bestaat huiswerk vooral uit lezen, spelling en sommige rekenvaardigheden, maar huiswerk kan ook gericht zijn op onderzoeksvaardigheden of het leren voor een toets. Het opgeven van huiswerk heeft in het lager onderwijs gemiddeld een minder groot effect en is veel minder vaak onderzocht dan het opgeven van huiswerk in het secundair onderwijs. Veel van de principes die gelden voor het secundair onderwijs lijken ook van toepassing te zijn op het lager onderwijs, zoals het huiswerk zorgvuldig koppelen aan het werk in de klas en nadenken over de optimale hoeveelheid huiswerk. Voor jongere leerlingen zal dat vaak een kleinere hoeveelheid zijn.

Huiswerk in het secundair onderwijs

Effect

+5 maanden

Aantal studies

33 studies

Samenvatting

Huiswerk in het secundair onderwijs bestaat vaak uit het afmaken van opdrachten die tijdens de les zijn opgegeven, het voorbereiden van nieuwe lessen, terugkerende opdrachten en leren voor toetsen en examens. Huiswerk in het secundair onderwijs is veel vaker onderzocht dan huiswerk in het lager onderwijs, en het effect ervan is gemiddeld positief.

Hoe pas je huiswerk toe in je klas?

Huiswerk heeft effect doordat leerlingen zelfstandig aan de slag gaan om vaardigheden te oefenen en te consolideren, grondig onderzoek te doen, lessen voor te bereiden of voor examens te leren. De effecten van huiswerk lijken zeer gevarieerd. Scholen houden daarom best rekening met de werkzame factoren van huiswerk, zoals:

  • De kwaliteit van de te maken huiswerkopdrachten is belangrijker dan de hoeveelheid;

  • Het ontwerp van de opdrachten , best gekoppeld aan het werk in de les of herhaling van eerder geziene leerstof;

  • Leerlingen duidelijk uitleggen wat het doel van het huiswerk is;

  • Begrijpen welke belemmeringen er kunnen zijn voor het maken van huiswerk, bijvoorbeeld het gebrek aan een computer, laptop, tablet of andere leermiddelen, en voor oplossingen zorgen;

  • Leerlingen expliciete strategieën voor zelfstandig leren aanreiken;

  • Goede feedback geven om het leerproces van leerlingen te verbeteren;

  • Monitoren wat het effect van huiswerk is op actieve betrokkenheid van de leerlingen meedoen, en op hun vooruitgang en resultaten.

Leraren moeten proberen te achterhalen of er belemmeringen zijn voor het maken van het huiswerk, zoals niet beschikken over de juiste middelen of een rustige ruimte, en ernaar streven om huiswerk niet als straf te gebruiken bij zwakke prestaties.

Hoeveel kost deze aanpak?

Onderstaande informatie is gebaseerd op internationale gegevens en geeft daarom slechts een indicatie van de kosten in Vlaanderen 

De gemiddelde kosten voor huiswerk zijn naar verwachting zeer laag: opleiding van leerkrachten en de eventuele aanschaf van middelen. Het invoeren van huiswerk vraagt ook wat tijd van leraren voor planning en feedback.

Schoolleiders moeten niet alleen kijken naar tijd en kosten, maar ook nadenken over hoe ze de effectiviteit van huiswerk kunnen maximaliseren. Dat kan bijvoorbeeld door leerkrachten een opleiding of bijscholing aan te bieden, zodat zij de leerlingen goed ontworpen taken kunnen geven die het leren in de klas aanvullen. Ook kwaliteitsvolle feedback op het huiswerk is belangrijk om de leerprestaties te verbeteren. Scholen moeten goed monitoren wat het effect is van de verschillende huiswerkbenaderingen – denk aan frequentie, doel en variatie in taken – op de betrokkenheid en het niveau van de leerlingen.

Hoe overtuigend is de evidentie?

De evidentie voor de effectiviteit van huiswerk is beperkt. Er werden 43 studies gevonden die voldeden aan de criteria voor opname in de Toolkit. Het effect van huiswerk boette in aan betrouwbaarheid omdat:

  • Veel van deze studies zijn geen gerandomiseerde onderzoeken met controlegroep. Hoewel een andere onderzoeksopzet dan werken met random test- en controlegroepen ook belangrijke informatie kan opleveren over de effectiviteit van een aanpak, bestaat het risico dat de resultaten zijn beïnvloed door onbekende factoren die geen deel uitmaken van de interventie (i.e. opgeven van huiswerk)

  • Een groot percentage van de studies is niet onafhankelijk geëvalueerd. Evaluaties die zijn uitgevoerd door organisaties die betrokken zijn bij de aanpak, commerciële aanbieders bijvoorbeeld, laten vaak een groter effect zien. Dat kan van invloed zijn op het totale effect van de aanpak.

Net als bij andere overzichten uit onderzoek, laat de Toolkit het gemiddelde effect van een aanpak zien, op basis van wetenschappelijk onderzoek. Het is belangrijk om naar je eigen context te kijken en te vertrouwen op je oordeel als professional wanneer je een aanpak wilt toepassen in jouw onderwijspraktijk.