Doorgaan naar content

Een-op-een-begeleiding of tutoring

Groot effect tegen gematigde kosten, op basis van gematigde evidentie.

Wat is een-op-een-begeleiding?

Bij een-op-een-begeleiding geeft een leraar, een tutor of een andere volwassene, een leerling intensieve individuele begeleiding. Dat kan buiten de normale lessen om, als aanvulling op het onderwijs, bijvoorbeeld als bijles, (onderdeel van) Extra leertijd of tijdens een Zomerschool, of als vervanging van andere lessen.

Belangrijke bevindingen

  • Gemiddeld is een-op-een-begeleiding een zeer effectieve manier om de leerprestaties te verbeteren. De aanpak kan effectief zijn als gerichte ondersteuning van minder goed presterende leerlingen of leerlingen die moeite hebben met bepaalde onderdelen van het lesprogramma.

  • Tutoring zal vooral effect hebben als het een aanvulling is op het normale onderwijs en expliciet is gekoppeld aan wat er in de les wordt behandeld.

  • Een-op-een-begeleiding kan duur zijn indien het buiten de gewone werking van de school georganiseerd wordt, vooral als deze door leraren wordt gegeven. Wanneer de begeleiding door tutoren of in kleine groepen wordt gegeven, is het positieve effect gemiddeld iets kleiner, maar het kan een kosteneffectieve oplossing voor gerichte ondersteuning zijn.

  • Een-op-een-begeleiding door andere volwassenen dan leerkrachten is waarschijnlijk vooral zinvol als zij ervaren en opgeleid zijn en gesteund worden, bijvoorbeeld bij het bieden van een gestructureerde interventie.

Hoe effectief is deze aanpak?

Uit onderzoek blijkt dat een-op-een-begeleiding of tutoring effectief kan zijn en gemiddeld ongeveer vijf maanden leerwinst kan opleveren.

Korte, regelmatig terugkerende sessies (drie tot vijf keer per week ca. 30 minuten) gedurende een vaste periode (tot tien weken) blijken tot een optimaal resultaat te leiden. Het onderzoek laat ook zien dat deze begeleiding een aanvulling moet zijn op het reguliere onderwijs en daar expliciet aan gekoppeld moet zijn. Daarnaast moeten leraren de vooruitgang monitoren om ervoor te zorgen dat de aanpak zinvol is.

Onderzoeken waarin een-op-een-begeleiding wordt vergeleken met begeleiding in kleine groepen, laten wisselende resultaten zien. In sommige gevallen leidt een-op-een-begeleiding tot meer verbetering, maar in andere gevallen blijkt begeleiding in groepjes van twee of drie net zo effectief of zelfs effectiever. De uiteenlopende resultaten kunnen erop wijzen dat vooral het lesgeven in kleine groepen bijdraagt aan het positieve effect en dat de grootte van de groep (één of iets meer leerlingen) er minder toe doet.

Begeleiding door bijvoorbeeld vrijwilligers kan waardevol zijn, maar is minder effectief dan begeleiding door ervaren en speciaal daarvoor opgeleide leraren. Als de begeleiding door vrijwilligers wordt gegeven, is het raadzaam om hen op te leiden en met een gestructureerde opzet te laten werken.

Achter het gemiddelde

  • Onderzoek in het lager onderwijs laat een groter effect zien (+6 maanden leerwinst) dan onderzoek in het secundair onderwijs (+4 maanden leerwinst).

  • De effecten voor rekenen/wiskunde zijn substantieel minder (+2 maanden leerwinst) dan voor lezen en schrijven (+6 maanden leerwinst).

  • Korte, regelmatig terugkerende sessies (drie tot vijf keer per week ca. 30 minuten) gedurende een vaste periode (tot tien weken) blijken tot een optimaal resultaat te leiden.

  • Onderzoeken met digitale technologie lieten ongeveer dezelfde effecten zien. 

  • Er is onderzoek gedaan in zeven landen verspreid over de hele wereld en de uitkomsten zijn in grote lijnen hetzelfde. 

Onderwijsongelijkheid wegwerken

Een-op-een-begeleiding kan ervoor zorgen dat leerlingen die minder goed presteren of die het risico lopen achterop te raken meer vooruitgang boeken dankzij intensieve en gerichte ondersteuning bij het schoolwerk. Met deze aanpak kan een leraar zich exclusief richten op de behoefte van de leerling en lesgeven op een manier die nauwkeurig is afgestemd op het niveau van de leerling.

Een-op-een-begeleiding biedt meer persoonlijke interactie en feedback van de leraar in vergelijking met klassikale instructie. Leerlingen krijgen zo meer tijd voor nieuwe of onbekende onderwerpen, overwinnen hindernissen die het leren in de weg staan en gaan sneller door de lesstof.

Hoe kan je dit toepassen in je eigen leeromgeving?

Een-op-een-begeleiding heeft effect doordat het extra ondersteuning biedt die specifiek is afgestemd op de behoeften van de leerling. Minder leerlingen per leerkracht laat ook meer interactie toe. Scholen die besluiten een-op-een-begeleiding in te zetten, moeten bedenken hoe ze ervoor kunnen zorgen dat de begeleiding ook daadwerkelijk vruchten afwerpt door:

  • Nauwkeurig vast te stellen welke leerlingen extra ondersteuning nodig hebben; 

  • De leerachterstand van de leerlingen die apart worden begeleid in kaart te brengen en op basis daarvan passende lesstof te kiezen; 

  • Ervoor te zorgen dat leerkrachten goed zijn voorbereid op kwalitatief hoogwaardige interactie met leerlingen. Leerkrachten moeten bijvoorbeeld weloverwogen feedback geven; 

  • Ervoor te zorgen dat de begeleiding goed is afgestemd op het werk dat in de klas wordt gedaan en de leerkracht en de tutor tijd krijgen om de begeleiding te bespreken; 

  • Te monitoren welk effect de een-op-een-begeleiding heeft op de vooruitgang van de leerling en op basis daarvan aanpassingen te doen.

Een-op-een-begeleiding kan worden gegeven door leerkrachten, opgeleide onderwijsassistenten, mentoren of tutoren. De aanpak wordt gewoonlijk langere tijd ingezet, vaak een aantal weken tot drie maanden.

Hoeveel kost deze interventie?

Onderstaande informatie is gebaseerd op internationale gegevens en geeft daarom slechts een indicatie van de kosten in Vlaanderen 

De gemiddelde kosten voor een-op-een-begeleiding binnen de lesuren zijn gematigd. De kosten voor de school worden voornamelijk bepaald door salariskosten en materialen. Als scholen beslissen om lesuren-leraar in te zetten voor tutoring of begeleiding in kleine groepen, kan dit betekenen dat zij voor sommige onderdelen grotere klasgroepen moeten vormen.

Vergeleken met een klassikale aanpak vraagt een-op-een-begeleiding onder begeleiding van een leraar of tutor veel tijd van onderwijsprofessionals. Gezien de lagere kosten kan begeleiding in kleine groepen een zinvol alternatief zijn voordat je een-op-een-begeleiding overweegt.

Schoolleiders moeten niet alleen kijken naar tijd en kosten, maar ook kiezen voor aanpakken waarvan het effect aangetoond is. Voor een groter effect van een-op-een-begeleiding op school kunnen scholen leraren en tutoren een opleiding aanbieden om de kwaliteit van hun lessen wat betreft formatief evalueren, kennis van het lesprogramma en begeleiding en feedback te verhogen. Daarmee investeer je in de aanwezigheid van meer competentie binnen de school.

Hoe overtuigend is de evidentie?

De bewijskracht voor de effectiviteit van een-op-een-begeleiding is redelijk sterk. Er werden 123 studies gevonden die voldeden aan de criteria voor opname in de Toolkit.  

Hou rekening met het volgende over de onderzoeken over tutoring of een-op-een-begeleiding:  

  • Een groot percentage van de onderzoeken is niet onafhankelijk geëvalueerd. Evaluaties door organisaties die betrokken zijn bij de aanpak, commerciële aanbieders bijvoorbeeld, laten vaak een groter effect zien. Dat kan het totale effect van de aanpak beïnvloeden.

  • De variatie tussen resultaten voor een-op-een-begeleiding is onverklaard. Alle reviews bevatten enige variatie in de resultaten, wat het belangrijk maakt om achter het gemiddelde te kijken. Onverklaarde variantie (of heterogeniteit) maakt de resultaten onzekerder. We hebben deze onzekerheid niet kunnen wegnemen door te onderzoeken in welke mate context, de methodologie of de aanpak het effect beïnvloedt.

Net als bij andere onderzoeksreviews laat de Toolkit het gemiddelde effect van een aanpak zien, op basis van wetenschappelijk onderzoek. Het is belangrijk om naar je eigen context te kijken en te vertrouwen op je oordeel als professional wanneer je een aanpak wilt toepassen in jouw onderwijspraktijk.