Doorgaan naar content

Differentiatie tussen klassen ('setting' of 'streaming')

Geen of verwaarloosbaar effect tegen zeer lage kosten, op basis van zeer beperkte evidentie.

Wat is differentiatie tussen klassen?

De termen setting en streaming worden gebruikt voor verschillende aanpakken waarbij leerlingen van hetzelfde niveau bij elkaar in een groep zitten en samen les krijgen.

  • Setting (of vakniveaudifferentiatie) houdt in dat leerlingen van verschillende klassen uit hetzelfde leerjaar bij elkaar gezet worden voor vakken waarvoor ze een gelijkaardig niveau halen, zoals rekenen/wiskunde en Nederlands, bij elkaar zitten.

  • In het geval van streaming (of tracking) worden leerlingen van een vergelijkbaar niveau bij elkaar in één klas (stream) geplaatst. Die leerlingen zitten dus altijd in dezelfde groep, ongeacht het vak. Dit is wat we kennen met de opdeling A-stroom/B-stroom in de eerste graad van het secundair onderwijs en de daaropvolgende onderwijsniveaus vanaf de tweede graad van het secundair onderwijs.

Leerlingen in verschillende niveaus volgen soms een verschillend leerplan. Het doel van deze onderverdeling naar niveau is om het onderwijs effectiever en efficiënter te maken, door het niveauverschil binnen een klas te beperken.

Deze aanpak wordt soms ‘differentiatie naar leervermogen’ genoemd, maar hier spreken we liever van ‘differentiatie naar leerprestaties’, omdat scholen hun groepsindeling doorgaans baseren op de gemeten leerprestaties op een bepaald moment en niet op de (intellectuele) capaciteiten van een leerling. In deze Toolkit hebben we setting en streaming samengenomen, omdat in beide gevallen leerlingen worden onderverdeeld in groepen van hetzelfde niveau, bij setting voor een of meerdere vakken, bij streaming voor alles.

Voor onderzoek naar differentiatie op grond van niveau binnen de klas, zie ook Werken met niveaugroepen in deze Toolkit. Andere vormen van differentiatie op basis van niveau, zoals niveaugroepen met kinderen van verschillende leerjaren of een oplossing waarbij zeer goed presterende leerlingen les krijgen met oudere leerlingen, komen minder vaak voor en vallen daarom buiten het bereik van deze Toolkit.

Belangrijke bevindingen

  • Het effect van differentiatie tussen klassen is gemiddeld nul maanden leerwinst, met slechtere resultaten voor minder goed presterende leerlingen negatiever is. De evidentie voor differentiatie tussen klassen is zeer beperkt. Er zijn andere aanpakken die scholen kunnen overwegen om leerlingen effectief les te geven (bijvoorbeeld onderwijs in kleine groepen of een-op-eenbegeleiding). 

  • Scholen die werken met differentiatie tussen klassen moeten goed nadenken over hoe ze er met deze aanpak voor zorgen dat alle leerlingen effectiever onderwijs krijgen, ook de minder goed presterende. Dan gaat het bijvoorbeeld om het toewijzen van de juiste leraren aan de verschillende groepen. 

  • Het is belangrijk dat alle leerlingen een uitdagend lesaanbod krijgen, ook de leerlingen die minder goed presteren. Leerlingen leren op hun eigen tempo. Door bijvoorbeeld bij setting de groepsindelingen flexibel te houden en de leerprestaties regelmatig te monitoren, wordt het risico dat leerlingen in de verkeerde groep zitten kleiner.  

  • De toewijzing van leerlingen aan groepen moet een weloverwogen besluit zijn. Er is bijvoorbeeld enig bewijs dat leerlingen worden benadeeld op basis van hun relatieve leeftijd binnen een jaargroep, bijvoorbeeld als ze later op het jaar geboren zijn, of onbewuste vooroordelen op grond van afkomst of sociaal-economische status. 

Hoe effectief is deze aanpak?

Gemiddeld is de leerwinst die leerlingen boeken wanneer ze over klassen heen in niveaugroepen worden ingedeeld, dus via setting of streaming, even groot als de leerwinst die leerlingen boeken als ze binnen een klas in niveaugroepen worden ingedeeld. Uit onderzoek blijkt dat setting en streaming een klein negatief effect hebben voor leerlingen die minder goed presteren, en een klein positief effect voor goed presterende leerlingen. Er zijn uitzonderingen, met enige variatie tussen studies. Over het algemeen is het effect evenwel verwaarloosbaar, en blijkt werken met dergelijke niveaugroepen dus geen effectieve manier om de leerprestaties van de meeste leerlingen te verbeteren. 

Werken met setting of streaming kan ook andere gevolgen hebben, bijvoorbeeld voor het zelfvertrouwen. Uit verwante studies komt naar voren dat differentiatie op basis van leerprestaties op de langere termijn een negatief effect kan hebben op de houding en betrokkenheid van minder goed presterende leerlingen. Zij kunnen bijvoorbeeld ontmoedigd raken, omdat ze denken dat hun leerprestaties niet kunnen verbeteren met inspanning. 

Een belangrijke factor van werken met setting of streaming is ervoor zorgen dat de leerlingen in de juiste groep worden ingedeeld. Sommige onderzoeken laten zien dat indeling in de verkeerde groep vooral problematisch is voor kinderen uit kansengroepen. Zij lopen een groter risico dat ze op een te laag niveau worden ingedeeld, met negatieve effecten tot gevolg.

Achter het gemiddelde

  • De effecten voor het lager en secundair onderwijs zijn vergelijkbaar.

  • De effecten zijn vergelijkbaar voor lezen, rekenen/wiskunde en de wetenschappelijke vakken.

Het effect van setting en streaming op minder goed presterende leerlingen

Effect

-3 maanden

Aantal studies

8 studies

Samenvatting

Het effect van tussenklasdifferentiatie voor minder goed presterende leerlingen is negatief. Dat betekent dat ze drie maanden leervertraging boeken dan vergelijkbare leerlingen in klassen met een gemengd niveau.

Wel moet worden opgemerkt dat het aantal studies zeer beperkt is, waarvan de meeste oud zijn. Ook verschillen de effecten per studie. Het feit dat de studies niet recent zijn kan betekenen dat ze niet representatief zijn voor de effecten die actuele aanpakken gericht op setting en streaming hebben op de leerprestaties.

Ondanks dit voorbehoud blijkt uit de onderzoeksresultaten dat de aanpak mogelijk schadelijk kan zijn. Het is daarom cruciaal dat scholen die setting en streaming toepassen goed nadenken over hoe ze het risico van een negatief effect voor minder goed presterende leerlingen gaan ondervangen.

Het effect van setting en streaming op goed presterende leerlingen

Effect

+1 maand

Aantal studies

10 studies

Samenvatting

Het gemiddelde effect van niveaugroepen voor goed presterende leerlingen is doorgaans gelijk aan, of iets groter dan, het effect voor leerlingen in het algemeen.

Wel moet worden opgemerkt dat het aantal studies zeer beperkt dat die meestal oud zijn. Ook verschillen de effecten per studie.

Het feit dat de studies niet recent zijn kan betekenen dat ze niet representatief zijn voor de effecten die hedendaagse benaderingen gericht op setting en streaming hebben op de leerprestaties.

Onderwijsgelijkheid wegwerken

Uit onderzoek komt naar voren dat leerlingen uitkansengroepen te lijden kunnen hebben van lagere verwachtingen van de leraar, waardoor de kans groter wordt dat ze in een lagere niveaugroep worden geplaatst. Leerlingen in die niveaugroepen krijgen dan weer vaker les van leraren met minder ervaring en kwalificaties en ontwikkelen vaker een gebrek aan vertrouwen in hun eigen capaciteiten.

Differentiatie tussen klassen kan leiden tot negatieve zelfbevestigende voorspelling (selffulfilling prophecy) voor deze leerlingen. Hun kansen op betere prestaties en succeservaringen worden belemmerd door de combinatie van lagere verwachtingen van de leraar.

Er is ook enig bewijs dat leerlingen uit kansengroepen vaker ten onrechte in een lagere niveaugroep worden ingedeeld.  

Waar moet je rekening mee houden?

Differentiatie tussen klassen heeft tot doel de leerprestaties te verbeteren door ervoor te zorgen dat de inhoud van de lessen goed is afgestemd op de behoeften van de leerlingen en dat leerlingen in lagere niveaugroepen de juiste begeleiding krijgen. Gezien de zwakke evidentie, vereist een goede toepassing van deze aanpak dat wordt nagedacht over hoe de mogelijke risico’s van setting en streaming voor minder goed presterende leerlingen kunnen worden ondervangen. Daarvoor is onder andere het volgende belangrijk:

  • De toewijzing van leraren aan niveaugroepen moet zorgvuldig gebeuren, om er zeker van te zijn dat minder goed presterende leerlingen kwalitatief hoogwaardig onderwijs krijgen;

  • Er moet voortdurende monitoring plaatsvinden om ervoor te zorgen dat leerlingen in de juiste niveaugroep zitten en niet in een verkeerde groep zijn ingedeeld;

  • Het systeem moet flexibel zijn, zodat leerlingen van niveaugroep kunnen wisselen. Dit is nu niet het geval bij streaming in Vlaanderen.

Differentiatie tussen klassen wordt doorgaans gedurende het hele schooljaar toegepast en niet, zoals hierboven aangeraden, flexibel. De groepen worden meestal gevormd op basis van de leerprestaties in het voorafgaande jaar. Sommige scholen verplaatsen leerlingen in de loop van het schooljaar naar een andere groep.

Hoeveel kost differentiatie tussen klassen?

Onderstaande informatie is gebaseerd op internationale gegevens en geeft daarom slechts een indicatie van de kosten in Vlaanderen 

Groeperen op basis van niveau brengt weinig tot geen kosten met zich mee. Misschien zijn er extra leermiddelen nodig om verschillende groepen te kunnen ondersteunen. Over het algemeen worden de kosten als zeer laag ingeschat.

Overstappen van klassen met een gemengd niveau naar setting en streaming, of juist andersom, is een grote verandering die een zorgvuldig implementatieproces vereist.

Hoe overtuigend is de evidentie?

De evidentie voor de effectiviteit van differentiatie tussen klassen is zeer beperkt. Er zijn 58 studies gevonden. Houd rekening met het volgende over de onderzoeken in dit overzicht:

  • Een klein percentage van het onderzoek is recent uitgevoerd. Dat kan betekenen dat het onderzoek niet representatief is voor de huidige praktijk.

  • Veel van deze onderzoeken zijn geen gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken. Hoewel een andere onderzoeksopzet zeker belangrijke informatie kan opleveren over de effectiviteit van een aanpak, bestaat het risico dat de resultaten zijn beïnvloed door onbekende factoren die geen deel uitmaken van de aanpak.

Net als bij andere overzichten laat de Toolkit het gemiddelde effect van een aanpak zien, op basis van wetenschappelijk onderzoek. Het is belangrijk om naar je eigen context te kijken en te vertrouwen op je oordeel als onderwijsprofessional wanneer je een aanpak wilt toepassen in jouw onderwijspraktijk.