Doorgaan naar content

Werken met niveaugroepen

Klein effect tegen zeer lage kosten, op basis van zeer beperkte evidentie.

Wat is het?

Werken met niveaugroepen houdt in dat leerlingen in hun eigen klas in groepen worden verdeeld bij bepaalde activiteiten of vakken, zoals lezen en schrijven of rekenen/wiskunde. Leerlingen met een vergelijkbaar niveau zitten bij elkaar in een groepje aan één tafel. De leerlingen krijgen wel allemaal les van hun eigen leerkracht of meerdere co-teachers. Leerlingen in verschillende niveaugroepen streven doorgaans wel dezelfde leerdoelen na, maar krijgen les op een manier die beter aangepast is aan hun noden. Bijvoorbeeld aan een trager of juist sneller tempo, met meer instructie of juist zonder, of met ondersteunende hulpmiddelen.

Bij het werken in niveaugroepen kunnen verschillende werkwijzen worden ingezet, zoals onder andere coöperatief leren of gerichte activiteiten (zie ook Strategieën voor begrijpend lezen)

Het werken in niveaugroepen wordt soms ‘differentiatie naar leervermogen’ genoemd, maar hier spreken we liever van ‘differentiatie naar leerprestaties’, omdat scholen hun groepsindeling doorgaans baseren op de gemeten prestaties op een bepaald moment en niet op de (intellectuele) capaciteiten van een leerling.  

Belangrijke bevindingen

  • Het werken in niveaugroepen heeft een positief effect van gemiddeld twee maanden leerwinst in een jaar. De bewijskracht is echter zeer beperkt en het gemiddelde cijfer verbergt heel wat variatie.

  • Het is belangrijk om zorgvuldig te overwegen welke leerstof geschikt is voor het werken in niveaugroepen. Het effect voor rekenen/wiskunde is positief, maar voor lezen en schrijven was er gemiddeld gesproken geen effect.

  • Hou rekening met het effect van niveaugroepen op minder goed presterende leerlingen en monitor hun betrokkenheid en houding ten opzichte van het leerproces zorgvuldig.

  • Het kan voordelen bieden om bij het werken in niveaugroepen de groepsindeling flexibel te hanteren. Leerlingen boeken vooruitgang boeken op hun eigen tempo dus is het belangrijk regelmatig te monitoren en te toetsen, om te voorkomen dat leerlingen in een niet passende groep zitten en om een uitdagend lesprogramma voor alle leerlingen te garanderen.

Hoe effectief is deze aanpak?

Het gemiddelde effect van deze vorm van differentiatie in de klas is gemiddeld twee maanden leerwinst in een jaar tijd.

Deze aanpak kan ook gevolgen hebben op andere gebieden, zoals bijvoorbeeld zelfvertrouwen. Uit verwante studies komt naar voren dat differentiatie op basis van leerprestaties op de langere termijn een negatief effect kan hebben op de houding en betrokkenheid van minder goed presterende leerlingen. Zij kunnen bijvoorbeeld ontmoedigd raken, omdat ze denken dat het geen zin heeft als ze goed hun best doen. 

Achter het gemiddelde

  • De positieve effecten voor deze aanpak zijn duidelijker voor leerlingen in het lager onderwijs (+3 maanden) dan voor leerlingen in het secundair onderwijs (geen algemeen effect), al is het aantal onderzoeken in het secundair onderwijs klein.

  • Het effect is groter voor rekenen/wiskunde (+4 maanden) dan voor andere vakken waarbij voor schrijven en lezen geen leereffect gemeten wordt.

Onderwijsongelijkheid wegwerken

Net als bij differentiatie tussen klassen (setting en streaming) komt uit onderzoek naar voren dat leerkrachten gemiddeld lagere verwachtingen hebben van leerlingen uit kansengroepen waardoor de kans toeneemt dat ze hen in een te lage niveaugroep plaatsen.

Dit kan negatieve effecten hebben voor deze leerlingen, vooral als de groepssamenstelling niet flexibel is en het effect van de groepen op de betrokkenheid, demotivatie en het leren van de leerlingen niet wordt gemonitord en bijgestuurd.

Waar moet je rekening mee houden?

Door het onderwijs aan te passen aan de behoeften en reeds aanwezige kennis van de leerlingen, kunnen leraren het leerproces van hun leerlingen beter ondersteunen, stimuleren en uitdagen.

Voor een effectieve toepassing van deze vorm van differentiatie in de klas is het volgende van belang:

  • Effectief toetsen om vast te stellen wat het huidige kennis- en inzichtniveau van leerlingen is en welke mogelijke belemmeringen er zijn voor het leren; 

  • De groepen indien nodig aanpassen of leerlingen laten overstappen, zodat ze beseffen dat (hun) leerprestaties geen vaststaand gegeven zijn; 

  • Het onderwijs aanpassen aan de behoeften van de leerlingen, met gerichte begeleiding voor leerlingen die moeite hebben met de leerstof; 

  • Vragen anders stellen en de leerstof anders uitleggen om leerlingen meer op maat te begeleiden of leerlingen een stapje extra laten zetten en meer uit te dagen; 

  • Zorgvuldig monitoren welk effect de groepsindeling heeft op de betrokkenheid, de motivatie en het leren van de leerlingen.

Gemiddeld laat de evidentie een groter effect zien voor rekenen/wiskunde. Het is erg belangrijk dat leraren nadenken over passende leerstof als ze werken met niveaugroepen.

Leraren kunnen niveaugroepen zo vaak inzetten als ze nodig vinden. Ze kunnen niveaugroepen tijdelijk toepassen voor bepaalde taken of regelmatiger waarbij de kinderen aan tafels worden gegroepeerd op basis van hun voorgaande leerprestaties. Bij deze laatste aanpak is voorzichtigheid geboden. Als de groepsindeling niet flexibel is en leerlingen niet van de ene groep naar de andere kunnen overgaan, kan dat het zelfvertrouwen kelderen, en leiden tot minder betrokkenheid en vervolgens slechtere leerprestaties.

Hoeveel kost deze aanpak?

Onderstaande informatie is gebaseerd op internationale gegevens en geeft daarom slechts een indicatie van de kosten in Vlaanderen 

De mediaankosten voor het werken in niveaugroepen worden over het algemeen als zeer laag ingeschat. De kosten betreffen het ontwikkelen van eventuele extra leermiddelen (bijvoorbeeld werkbladen of materialen voor het toepassen van scaffolding) voor de groepen van verschillende niveaus.

Bij deze kostenraming wordt ervan uitgegaan dat scholen al betalen voor de tijd van de leerkrachten, les- en toetsmateriaal en eventueel digitale software om de leerbehoeften en het niveau van de leerling te monitoren. Als deze noodzakelijke kosten voor het invoeren van differentiatie in de klas nog niet zijn gemaakt, zullen de totale kosten waarschijnlijk hoger uitvallen.

Hoe overtuigend is de evidentie?

De evidentie voor de effectiviteit van deze vorm van differentiatie in de klas is zeer beperkt. Er werden slechts 22 onderzoeken gevonden die voldeden aan de criteria voor opname in de Toolkit.

Hou rekening met het volgende over de onderzoeken in dit overzicht:

Slechts een klein percentage van de onderzoeken is recent uitgevoerd. Dat kan betekenen dat het onderzoek niet representatief is voor de huidige praktijk.

Net als bij andere onderzoeksreviews laat de Toolkit het gemiddelde effect van een aanpak zien, op basis van wetenschappelijk onderzoek. Het is belangrijk om naar je eigen context te kijken en te vertrouwen op je oordeel als onderwijsprofessional wanneer je een aanpak wilt toepassen in jouw onderwijspraktijk.