Wat is het?
Onderwijs in kleine groepen houdt in dat een leerkracht of tutor lesgeeft aan een groepje van twee tot vijf leerlingen meestal in een apart lokaal of een aparte ruimte. Intensief lesgeven in kleine groepen wordt vaak toegepast ter ondersteuning van minder goed presterende leerlingen of leerlingen die achterop raken, maar kan ook in meer algemene zin worden ingezet om meer vooruitgang te boeken of om ingewikkelde onderwerpen of vaardigheden aan te leren.
Belangrijke bevindingen
Het gemiddelde effect van onderwijs in kleine groepen is vier maanden extra leerwinst in een jaar tijd.
Lesgeven in kleine groepen heeft de grootste kans van slagen als deze gericht is op de specifieke behoeften van leerlingen. Via bijvoorbeeld diagnostische toetsing kan worden beoordeeld hoe de begeleiding het beste kan worden ingericht.
Een-op-een-begeleiding en onderwijs in kleine groepen zijn beide effectief, maar omdat lesgeven aan kleine groepen goedkoper is, kan het verstandig zijn die optie te verkiezen.
Vorming en opleiding van de leerkrachten en tutors die onderwijs in kleine groepen geven, zal het effect waarschijnlijk vergroten.
Extra onderwijs in kleine groepen kan effectief worden ingezet voor leerlingen met onderwijsachterstanden en zou dan ook onderdeel moeten zijn van de schoolstrategie voor deze leerlingen.
Hoe effectief is deze aanpak?
Het gemiddelde effect van onderwijs in kleine groepen is vier maanden extra leerwinst in een jaar tijd. Uit onderzoek blijkt dat lesgeven aan kleine groepen effectief is, waarbij als vuistregel geldt: hoe kleiner de groep, hoe beter. Uit sommige studies blijkt dat dit effect kan worden verklaard doordat de leraar meer feedback kan geven, leerlingen in kleinere groep actiever meedoen of het onderwijs beter op hun behoeften is afgestemd. Vanaf zes of zeven leerlingen per groep neemt de effectiviteit aanzienlijk af.
De onderzoeksresultaten laten wel enige variatie in de mate van effectiviteit zien. Bij lezen kunnen kleine groepen bijvoorbeeld effectiever zijn dan een-op-een-begeleiding of lezen per twee. Misschien komt dat doordat het lezen in groepjes efficiënt georganiseerd kan worden. Alle leerlingen blijven goed meedoen terwijl ze om de beurt voorlezen, zoals bij begeleid lezen. Bij rekenen is dit minder uitgesproken.
Gezien de variatie in effectiviteit moeten we met twee dingen rekening houden. In de eerste plaats kan de kwaliteit van -onderwijs in kleine groepen net zo’n grote (of een nog grotere) rol spelen als de groepsgrootte. Er is bewijs dat professionele ontwikkeling van leerkrachten een positief effect heeft op de resultaten van de leerlingen. Ten tweede is het belangrijk om de effectiviteit van verschillende uitvoeringen van deze aanpak te evalueren, want de behandelde leerstof en de samenstelling van de groepen kunnen de resultaten beïnvloeden.
Gezien deze onzekerheid en de lagere kosten kan lesgeven in kleine groepen een zinvol alternatief zijn voordat je een-op-een-begeleiding overweegt.
Achter het gemiddelde
De effecten zijn groter voor het lager onderwijs (+4 maanden leerwinst) dan voor het secundair onderwijs (+2 maanden leerwinst), waarvoor het aantal studies wel kleiner is.
Het meeste onderzoek naar lesgeven in kleine groepen is gedaan voor lezen, en daarvoor zijn de effecten gemiddeld ook groter (+4 maanden leerwinst). De onderzoeken naar de effecten voor rekenen/wiskunde laten een iets kleiner positief effect zien (+3 maanden leerwinst).
Frequente sessies van een uur, bijvoorbeeld drie keer per week, gedurende ongeveer tien weken, geven doorgaans het beste resultaat.
Vooral minder goed presterende leerlingen profiteren van onderwijs in kleine groepen.
Onderwijsongelijkheid wegwerken
Uit onderzoek blijkt dat leerlingen uit kansengroepen doorgaans extra baat hebben bij onderwijs in kleine groepen.
Met deze aanpak kunnen minder goed presterende leerlingen of leerlingen die het risico lopen om achterop te raken meer vooruitgang boeken via intensieve en gerichte ondersteuning bij het schoolwerk. De leerkracht kan zich richten op de behoeften van een kleine groep leerlingen en lesgeven op een manier die nauwkeurig is afgestemd op het niveau van die leerlingen. Bij onderwijs in kleine groepen is meer interactie en feedback mogelijk in vergelijking met klassikale instructie. Dit ruimt hindernissen bij het leren uit de weg, waardoor leerlingen meer aansluiting kunnen vinden bij het reguliere lesprogramma.
Hoe kan je dit toepassen in jouw leeromgeving?
Lesgeven in kleine groepen heeft effect doordat het extra ondersteuning biedt die specifiek is afgestemd op de behoeften van de leerling. In vergelijking met klassikaal onderwijs werkt een leraar met minder leerlingen tegelijk, waardoor meer interactie mogelijk is. Scholen die gaan werken met onderwijs in kleine groepen moeten nadenken over hoe ze ervoor kunnen zorgen dat deze werkzame factoren ook daadwerkelijk vruchten afwerpen door:
Nauwkeurig en op verschillende momenten doorheen het schooljaar vast te stellen welke leerlingen extra ondersteuning nodig hebben;
De leerachterstand van de leerlingen die in kleine groepen les krijgen in kaart te brengen en op basis daarvan passende leerstof te kiezen;
Ervoor te zorgen dat leraren goed zijn voorbereid op kwaliteitsvolle interactie met leerlingen, zoals het geven van gerichte feedback;
Ervoor te zorgen dat de instructie in de groepen goed is afgestemd op het werk dat in de klas wordt gedaan.
Onderwijs in kleine groepen kan worden gegeven door leraren, opgeleide begeleiders en mentoren of tutoren. De aanpak wordt gewoonlijk langere tijd ingezet, vaak een aantal weken tot maanden, voor groepjes van twee tot vijf leerlingen.
Hoeveel kost deze aanpak?
Onderstaande informatie is gebaseerd op internationale gegevens en geeft daarom slechts een indicatie van de kosten in Vlaanderen
De kosten voor onderwijs in kleine groepen zijn laag. De kosten voor de school worden voornamelijk bepaald door salariskosten en materialen. Dit zijn merendeels terugkerende kosten.
Vergeleken met een klassikale aanpak vraagt onderwijs in kleine groepen veel meer tijd om hetzelfde aantal leerlingen te kunnen helpen. In vergelijking met een-op-een-begeleiding kan onderwijs in kleine groepen dan weer tijdswinst opleveren.
Directies en beleidsteams moeten niet alleen kijken naar tijd en kosten, maar ook kiezen voor aanbieders van wie de werkwijze bewezen effectief is. Voor een groter effect van onderwijs in kleine groepen kunnen scholen leraren, co-teachers en tutoren professionalisering aanbieden om de kwaliteit van de begeleiding te vergroten.
Hoe overtuigend is de evidentie?
De evidentie voor de effectiviteit van lesgeven in kleine groepen is matig sterk. Er werden 62 studies gevonden die voldeden aan de criteria voor opname in de Toolkit.
Houd rekening met het volgende: een groot percentage van de studies is niet onafhankelijk geëvalueerd. Evaluaties die zijn uitgevoerd door organisaties die betrokken zijn bij de aanpak, commerciële aanbieders bijvoorbeeld, laten vaak een groter effect zien. Dat kan het totale effect van de aanpak beïnvloeden.
Net als bij andere onderzoeksreviews laat de Toolkit het gemiddelde effect van een aanpak zien, op basis van wetenschappelijk onderzoek. Het is belangrijk om naar je eigen context te kijken en te vertrouwen op je oordeel als professional wanneer je een aanpak wilt toepassen in jouw onderwijspraktijk.