Wat is ouderbetrokkenheid?
Ouderbetrokkenheid gaat over het betrekken van ouders bij het leren van hun kinderen door leerkrachten en scholen. Dit bestaat uit:
het ontwikkelen van vaardigheden bij ouders (bijv. geletterdheid of IT-vaardigheden);
ouders stimuleren hun kinderen te helpen bij bijvoorbeeld lezen of huiswerk;
intensievere programma’s voor gezinnen in crisissituaties;
Communicatie met ouders om hun betrokkenheid te vergroten.
Belangrijkste bevindingen
Ouderbetrokkenheid heeft een positief effect van gemiddeld vier maanden leerwinst. Het is essentieel om na te denken over hoe je alle ouders bij het onderwijs kunt betrekken, om te voorkomen dat onderwijsongelijkheid groter wordt.
Bedenk hoe de schoolcommunicatie een positieve dialoog over leren stimuleert. Er is enig bewijs dat gepersonaliseerde berichten van leraren/school aan ouders gekoppeld aan leren positieve interactie kan bevorderen.
Interventies voor ouderbetrokkenheid zijn gewoonlijk effectiever bij ouders van zeer jonge kinderen. Het is belangrijk om na te denken over hoe je ouders betrokken houdt als hun kinderen ouder worden. Door flexibel te zijn in de communicatie (bijv. korte sessies op flexibele tijdstippen) ontstaan er wellicht mogelijkheden voor ouders van oudere leerlingen om betrokken te zijn bij school.
Bedenk hoe je ouders kunt ondersteunen om ervoor te zorgen dat het leren thuis van hoge kwaliteit is. De resultaten van leerlingen zijn misschien meer gebaat bij praktische strategieën met tips, ondersteuning en middelen om het leren thuis te ondersteunen, dan met een gratis boek voor de leerlingen of een algemene oproep aan ouders om hun kinderen te helpen met het huiswerk.
Hoe effectief is deze aanpak?
Het gemiddelde effect van ouderbetrokkenheid is ongeveer vier maanden extra vooruitgang in een jaar tijd. Voor leerlingen die minder goed presteren is het effect groter.
Het bewijs over hoe je leerprestaties kan verbeteren door ouderbetrokkenheid te versterken is niet eenduidig. Er zijn studies waarbij een combinatie van inzetten op ouderbetrokkenheid en andere ingrepen, zoals uitgebreide voorschoolse contexten, niet kon gelinkt worden aan betere leerprestaties.
Daaruit kunnen we concluderen dat stimuleren van ouderbetrokkenheid om de leerprestaties van hun kinderen te verbeteren, niet eenvoudig is en zorgvuldig moet worden gemonitord en geëvalueerd.
Er is enige evidentie dat als ouders begeleiding krijgen bij hun oudste kind, ook de broertjes en zusjes daarvan profiteren.
De verwachtingen van de ouders blijken ook relevant te zijn voor de leerprestaties, al is er maar beperkte evidentie dat het verhogen van het ambitieniveau van de ouders op de langere termijn leidt tot meer ambitie en betere prestaties bij hun kinderen.
Achter het gemiddelde
De effecten van inzetten op ouderbetrokkenheid zijn substantieel groter in een voorschoolse context en kleuterscholen (+5 maanden leerwinst) en in het lager onderwijs (+4 maanden leerwinst) dan in het secundair onderwijs (+2 maanden leerwinst).
Het effect op lezen en schrijven is groter (+5 maanden leerwinst) dan op rekenen/wiskunde (+3 maanden leerwinst).
De meeste studies onderzochten manieren om thuis lezen te bevorderen. Een kleiner aantal studies bekeek het effect van het verbeteren van de opvoedingsvaardigheden van de ouders.
Interventies waarbij een ouder rechtstreeks, een-op-een met zijn of haar kind werkt laten een groter effect zien (+5 maanden leerwinst). Vooral minder goed presterende leerlingen lijken hiervan te profiteren.
Interventies op het gebied van ouderbetrokkenheid zijn in tien landen wereldwijd geëvalueerd, met ongeveer dezelfde uitkomsten.
Onderwijsongelijkheid wegwerken
Leerlingen uit kansengroepen hebben thuis vaak geen ruimte waar ze kunnen leren. Uit onderzoek blijkt ook dat de leerprestaties van kansarme leerlingen minder vooruitgaan en soms zelfs achteruitgaan tijdens de zomervakantie, afhankelijk van het aantal formele of informele leeractiviteiten waar ze al dan niet aan meedoen. Door effectieve interventies voor ouderbetrokkenheid te ontwikkelen en aan te bieden kunnen scholen en leerkrachten een aantal oorzaken van deze onderwijsachterstanden wegnemen. Ze kunnen bijvoorbeeld ouders steunen die hun kinderen helpen met leren of zelfregulatie, of met specifieke vaardigheden zoals lezen.
Het risico van interventies voor ouderbetrokkenheid is echter wel dat de onderwijsachterstand van kansarme kinderen juist toeneemt als de ouders die gebruikmaken van de mogelijkheden voor ouderbetrokkenheid voornamelijk uit een welvarend milieu komen. Het is cruciaal om na te denken over hoe je ervoor kunt zorgen dat alle ouders zich aangesproken voelen door interventies voor ouderbetrokkenheid.
Het lijkt misschien een goed idee om ouders aan te moedigen hun kinderen te helpen bij hun huiswerk, maar scholen moeten wel nagaan of ouders over de juiste kennis en vaardigheden beschikken om de juiste hulp te kunnen bieden, vooral in het secundair onderwijs. Interventies gericht op meer betrokkenheid van ouders bij het huiswerk leiden over het algemeen niet tot betere leerprestaties. Leerlingen die moeite hebben met leren zullen hun ouders waarschijnlijk vaker om hulp bij het huiswerk vragen, maar de kans bestaat dat ouders niet weten wat de beste onderwijsmethode is. Het kan dan ook effectiever zijn om ouders aan te moedigen een leerling die met de stof worstelt terug te verwijzen naar de leraar, in plaats van zelf de stof te gaan uitleggen.
Hoe kun je deze interventie toepassen in jouw leeromgeving?
Ouderbetrokkenheid is vooral effectief als het gericht is op verbetering van de kwaliteit en kwantiteit van het leren thuis. Dat kan in de praktijk een hele uitdaging zijn. Scholen kunnen het volgende doen:
de communicatie vanuit school zo vormgeven dat er ruimte is voor een positieve dialoog over leren
regelmatig evalueren hoe goed de school samenwerkt met ouders en vaststellen wat er beter kan
waar nodig langer en intensiever ondersteuning bieden aan ouders
Bij het invoeren van interventies voor een grotere ouderbetrokkenheid is het belangrijk om na te denken over mogelijke hindernissen voor ouders. Zijn er bijvoorbeeld korte sessies op flexibele tijdstippen voor werkende ouders, of kunnen ze misschien online meedoen?
Methodes om de ouderbetrokkenheid te vergroten worden gedurende het hele schooljaar ingezet. Het opbouwen van een effectieve relatie tussen de school en ouders vereist een langdurige inspanning gedurende een langere periode.
Hoeveel kost deze aanpak?
Onderstaande informatie is gebaseerd op internationale gegevens en geeft daarom slechts een indicatie van de kosten in Vlaanderen
Over het algemeen worden de mediane kosten voor het invoeren van ouderbetrokkenheid ingeschat als zeer laag. Het grootste gedeelte van de kosten gaat naar training en ontwikkeling van medewerkers, en dit zijn voornamelijk opstartkosten.
Hoewel de mediane kosten voor ouderbetrokkenheid als zeer laag worden ingeschat, kunnen deze kosten variëren van zeer laag tot gemiddeld wanneer medewerkers doorlopend extra trainingen krijgen, materialen en middelen worden aangeschaft of medewerkers meer uren gaan werken.
Bij deze kostenraming wordt ervan uitgegaan dat scholen al betalen voor de technologie om met ouders te communiceren en beschikken over ruimtes voor persoonlijke ontmoetingen. Als deze noodzakelijke kosten voor het invoeren van meer ouderbetrokkenheid nog niet worden gemaakt, zullen de totale kosten waarschijnlijk hoger uitvallen.
Hoe overtuigend is de evidentie?
De evidentie voor interventies gericht op ouderbetrokkenheid wordt als sterk aangemerkt.
Er zijn 97 studies gevonden.
Hou rekening met het volgende:
Een groot percentage van de studies is niet onafhankelijk geëvalueerd.
Evaluaties die zijn uitgevoerd door organisaties die betrokken zijn bij de interventie, commerciële aanbieders bijvoorbeeld, laten vaak een groter effect zien. Dat kan het totale effect van de interventie beïnvloeden.
Net als bij andere onderzoeksreviews laat de Toolkit het gemiddelde effect van interventies zien, op basis van academisch onderzoek. Het is belangrijk om naar je eigen context te kijken en te vertrouwen op je oordeel als professional wanneer je een interventie wilt toepassen in jouw leeromgeving.