Doorgaan naar content

Onderwijsassistenten en instructeurs

Middelgroot effect tegen gematigde kosten, op basis van redelijk sterke evidentie.

Wat is het?

In verschillende landen ondersteunen onderwijsassistenten leraren in de klas, in Vlaanderen is deze praktijk minder bekend. De taken van deze onderwijsassistenten kunnen enorm variëren, maar over het algemeen worden ze op twee manieren ingezet: om de leraar algemene ondersteuning te bieden in de klas of om gerichte activiteiten aan te bieden, die vaak buiten de klas plaatsvinden. Ook administratieve ondersteuning kan tot het takenpakket van een onderwijsassistent behoren.

Belangrijke bevindingen

  • Onderwijsassistenten kunnen een groot positief effect op de leerprestaties hebben, maar hoe ze worden ingezet is daarbij doorslaggevend. 

  • Achter het gemiddelde effect gaat een grote variatie schuil voor de verschillende manieren waarop onderwijsassistenten kunnen worden ingezet. Gerichte inzet, waarbij onderwijsassistenten worden opgeleid om leerlingen een-op-een of in kleine groepen te begeleiden, heeft een groter effect, terwijl geen positief effect wordt aangetoond van onderwijsassistenten die de klas algemeen ondersteunen. 

  • Toegang tot kwaliteitsvol onderwijs is de belangrijkste hefboom die scholen hebben om de prestaties van hun leerlingen te verbeteren. Wanneer leerlingen worden begeleid door een onderwijsassistent is het erg belangrijk dat dit aanvullend onderwijs is; het mag niet ten koste gaan van kwaliteitsvolle interacties met hun leraar, zowel binnen als buiten de klas. 

  • Er bestaan grote verschillen in effectiviteit voor de verschillende manieren waarop onderwijsassistenten worden ingezet. Investeren in opleiding voor onderwijsassistenten zodat ze gestructureerde activiteiten kunnen aanbieden kan dan ook een kosteneffectieve oplossing zijn om de leerprestaties van leerlingen te verbeteren.  

Hoe effectief is deze aanpak?

Het gemiddelde effect van de inzet van onderwijsassistenten is ongeveer vier maanden extra leerwinst in een jaar tijd. De effecten lopen echter nogal uiteen. Indien onderwijsassistenten alleen algemene ondersteuning in de klas bieden, wordt doorgaans geen positief effect aangetoond, maar als onderwijsassistenten leerlingen individueel of in groepjes begeleiden, is er over het algemeen een gematigd positief effect. Die taak wordt in Vlaanderen voornamelijk opgenomen door zorgleerkrachten. Het effect van vier maanden leerwinst ligt daartussen.

Onderzoek naar het effect van onderwijsassistenten die alleen algemene ondersteuning bieden in de klas, laat zien dat leerlingen in een klas met een onderwijsassistent gemiddeld niet beter presteren dan leerlingen in een klas waar alleen een leerkracht aanwezig is. Achter dit gemiddelde gaan verschillende effecten schuil. In sommige gevallen werken leerkrachten en onderwijsassistenten effectief samen, wat tot betere prestaties leidt. In andere gevallen komt het voor dat vooral minder goed presterende leerlingen of leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften juist slechter presteren als er een onderwijsassistent aanwezig is. 

Waar vooral negatieve effecten zijn gerapporteerd, is de onderwijsassistent waarschijnlijk voornamelijk ingezet ter vervanging van de leraar en niet als extra assistent. Bij de meest positieve voorbeelden is het aannemelijk dat zowel de leraren als de onderwijsassistenten begeleiding en scholing hebben gehad en geleerd hebben om effectief samen te werken, bijvoorbeeld door voor en na de les met elkaar te overleggen. 

Onderzoek dat gericht was op onderwijsassistenten die leerlingen een-op-een of in groepjes begeleiden laat een sterker positief effect zien, van drie tot zes maanden leerwinst. Deze onderwijsassistenten worden vaak ingezet volgens een duidelijk uitgestippeld plan, waarvoor ze speciale opleiding hebben gevolgd.

Leraren rapporteren voordelen wat betreft werkdruk en vermindering van stress door het werken met onderwijsassistenten.

Achter het gemiddelde

  • Het merendeel van de onderzoeken betrof gerichte activiteiten in het lager onderwijs, waarvoor het effect veelal iets groter is (+5 maanden leerwinst) dan voor leerlingen in het secundair onderwijs (+4 maanden leerwinst).

  • De meeste resultaten houden verband met lezen en andere aspecten van geletterdheid. Het effect is kleiner voor rekenen/wiskunde in het lager onderwijs (+3 maanden leerwinst).

  • In het merendeel van de gevallen waarin onderwijsassistenten effectief werden ingezet ging het om een-op-een-begeleiding of begeleiding in kleine groepen. Het effect voor begeleiding in kleine groepen is iets lager (+3 maanden leerwinst), maar dit moet worden afgezet tegen het grotere aantal leerlingen dat hiervan profiteert.

  • Korte sessies van een half uur, een paar keer per week, zijn het meest effectief.

  • Activiteiten waarbij digitale technologie wordt ingezet kunnen ook effectief zijn met de ondersteuning van onderwijsassistenten.

Algemene ondersteuning in de klas door onderwijsassistenten

Effect

0 maanden

Aantal studies

6 studies

Samenvatting

Onderwijsassistenten die klas algemeen ondersteunen, worden toegewezen aan een leraar of klas en zijn op regelmatige basis aanwezig. Ze kunnen bijvoorbeeld werken met bepaalde groepen leerlingen in de klas of de leraar helpen met administratieve taken of voorbereidingen. Het effect van deze algemene inzet is over het algemeen veel kleiner dan van gerichte activiteiten. De gemiddelde leerwinst is namelijk 0 maanden. De evidentie voor deze aanpak is echter zeer beperkt door het kleine aantal onderzoeken dat in de Toolkit is opgenomen. Voorzichtigheid is dus geboden bij deze bevinding. Onderzoek waarbij de onderwijsassistent aan een individuele leerling was toegewezen vanwege speciale onderwijsbehoeften, is niet opgenomen in deze Toolkit.

Gerichte activiteiten door onderwijsassistenten

Effect

+5 maanden

Aantal studies

59 studies

Samenvatting

Bij deze activiteiten bieden onderwijsassistenten aanvullende of intensieve ondersteuning aan groepjes leerlingen of een individuele leerling, voor een bepaald onderdeel van het lesprogramma (bijvoorbeeld lezen of rekenen). Dit gebeurt meestal in de vorm van een gestructureerd programma. In alle onderzoeken kregen onderwijsassistenten extra scholing en begeleiding om deze activiteiten te kunnen uitvoeren. Het effect hiervan is over het algemeen veel groter dan van algemene ondersteuning in de klas: + 5 maanden leerwinst. De gerichte inzet van onderwijsassistenten is uitgebreider onderzocht dan de algemene inzet, maar de bewijskracht is beperkt vanwege het aantal onderzoeken en het beperkte aandeel onafhankelijke evaluaties.

Onderwijsongelijkheid wegwerken

Scholen moeten zorgvuldig overwegen hoe ze onderwijsassistenten kunnen inzetten om leerlingen uit kansengroepen te ondersteunen. Uit onderzoeksresultaten blijkt een leraar geneigd is minder aandacht te geven aan leerlingen die consequent door een onderwijsassistent begeleid worden. Dat kan betekenen dat leerlingen de extra monitoring en begeleiding van de leraar die ze nodig hebben niet krijgen. Er moet dus extra zorgvuldig worden gekeken hoe leraren omgaan met de inzet van onderwijsassistenten en de leerlingen die ze ondersteunen, vooral als het om minder goed presterende of leerlingen uit kansengroepen gaat.

Er bestaat echter wel bewijs voor het gericht inzetten van onderwijsassistenten voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Dit kan minder goed presterende leerlingen helpen om hindernissen die het leren in de weg staan te overwinnen en de achterstand op beter presterende leerlingen in te lopen.

Scholen moeten de inzet van onderwijsassistenten zorgvuldig monitoren om er zeker van te zijn dat leerlingen profiteren van de grote voordelen van gestructureerde activiteiten en niet te maken krijgen met de beperkte effecten van de algemene inzet van onderwijsassistenten.

Hoe kan je dit toepassen in jouw leeromgeving?

Het inzetten van onderwijsassistenten heeft effect omdat ze specifieke behoeften van leerlingen ondersteunen. Om het gewenste effect te bereiken, is het belangrijk dat scholen rekening houden met het volgende: 

  • Vaststellen wat de behoeften van de leerlingen zijn, zodat de begeleiding door de onderwijsassistent daarop gericht is; 

  • Onderwijsassistenten opleiding aanbieden, zodat de interactie van hoge kwaliteit is – bijvoorbeeld door te werken met gerichte activiteiten waarvoor veel evidentie bestaat; 

  • De activiteiten goed afstemmen op de leerstof die in de klas wordt behandeld en ervoor waken dat de activiteiten niet ten koste gaan van kwalitatief hoogwaardige interacties met de leraar.

Kwalitatief hoogwaardige communicatie tussen onderwijsassistenten en leraren draagt bij aan een goede uitvoering van activiteiten door onderwijsassistenten. Onderzoek waarbij de onderwijsassistent aan een individuele leerling was toegewezen vanwege speciale onderwijsbehoeften, is niet opgenomen in deze Toolkit. 

Het gericht inzetten van onderwijsassistenten duurt vaak een half tot volledig semester. Worden onderwijsassistenten ingezet voor algemene ondersteuning in de klas, dan duurt dat meestal het hele jaar.

Hoeveel kost deze interventie?

Onderstaande informatie is gebaseerd op internationale gegevens en geeft daarom slechts een indicatie van de kosten in Vlaanderen 

Over het algemeen worden de kosten voor het inzetten van onderwijsassistenten als gematigd ingeschat, en komt het vooral neer op loonkosten. Dit zijn grotendeels terugkerende kosten.

Hoewel de mediaankosten voor het effectief inzetten van onderwijsassistenten gematigd zijn, kunnen de kosten variëren van zeer laag tot hoog door verschillen in de kosten voor professionalisering of aan te schaffen leermiddelen die nodig zijn voor de programma’s of activiteiten die de onderwijsassistenten aanbieden. Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat de activiteiten met het meest effect gestructureerd zijn en kwaliteitsvolle begeleiding en opleiding vereisen. Het is dan ook belangrijk dat onderwijsassistenten opleiding krijgen voor de lesaanpak en inhoud van het specifieke programma dat ze moeten uitvoeren.

Bij deze inschatting van kosten wordt ervan uitgegaan dat scholen al betalen voor de tijd die de leraar besteedt aan het werken met onderwijsassistenten en dat er ruimte en materialen beschikbaar zijn om met onderwijsassistenten te werken. Als deze noodzakelijke kosten voor het inzetten onderwijsassistenten nog niet worden gemaakt, zullen de totale kosten waarschijnlijk hoger uitvallen.

Hoe overtuigend is de evidentie?

De bewijskracht voor de effectiviteit van onderwijsassistenten is redelijk sterk. Er zijn 65 onderzoeken gevonden.

Houd rekening met het volgende over de onderzoeken in dit overzicht: een groot percentage van de onderzoeken is niet onafhankelijk geëvalueerd. Evaluaties die zijn uitgevoerd door organisaties die betrokken zijn bij de aanpak, commerciële aanbieders bijvoorbeeld, laten vaak een groter effect zien. Dat kan het totale effect van de aanpak beïnvloeden.