Doorgaan naar content

Bewegingsactiviteiten

Klein effect tegen zeer lage kosten, op basis van gematigde evidentie.

Wat zijn bewegingsactiviteiten?

Bewegingsactiviteiten omvatten sport, dans of iedere andere vorm van lichaamsbeweging.

De activiteiten kunnen door de school zelf na schooltijd worden georganiseerd of plaatsvinden bij een lokale sportclub. Sommige activiteiten worden ingezet om jongeren bij andere leeractiviteiten te betrekken, zoals een training bij een lokale voetbalclub, gecombineerd met lessen in studievaardigheden, ICT, lezen en schrijven of rekenen/wiskunde.

Bewegen en sporten heeft belangrijke voordelen voor de gezondheid, het welzijn en de fysieke ontwikkeling van leerlingen. Deze voordelen zijn op zichzelf waardevol, maar deze Toolkit richt zich op het effect van bewegingsactiviteiten op de leerprestaties, met name voor lezen en schrijven en rekenen/wiskunde.

Belangrijke bevindingen

  • Bewegingsactiviteiten hebben een klein positief effect op de leerprestaties (+1 maand). Hoewel we hier focussen op het verband tussen bewegingsactiviteiten en leerprestaties, is het cruciaal dat leerlingen toegang hebben tot kwaliteitsvolle bewegingsactiviteiten vanwege alle andere voordelen en kansen die deze met zich meebrengen.

  • De verschillende benaderingen laten een wisselend effect op de leerprestaties zien; deelname aan bewegingsactiviteiten leidt niet rechtstreeks naar betere schoolprestaties. De kwaliteit van de activiteit en de nadruk op of link met leren op school, maken waarschijnlijk een groter verschil dan de gekozen aanpak of activiteiten zelf.

  • Georganiseerde buitenschoolse activiteiten waarin sport wordt gecombineerd met korte, regelmatige en gestructureerde lessen in lezen, schrijven en rekenen/wiskunde (een-op-een of in groepen), bijvoorbeeld op een naschoolse club of zomerschool, zullen waarschijnlijk meer effect hebben op de schoolprestaties dan alleen sporten.

  • Er is enig bewijs dat meedoen aan buitenschoolse sportactiviteiten kan bijdragen aan minder spijbelgedrag en minder schooluitval.

Hoe effectief is deze aanpak?

Het gemiddelde effect van deelname aan bewegingsactiviteiten is ongeveer een maand leerwinst in een jaar tijd.

De wisselende resultaten lijken erop te wijzen dat de kwaliteit van de aanpak en de nadruk op of link met leren op school een groter verschil kunnen maken dan de gekozen methode of sportactiviteit.

Meedoen met bewegingsactiviteiten heeft ook voordelen voor de lichamelijke ontwikkeling, gezondheid, sociale vaardigheden en welbevinden. Ook zijn er andere mogelijke positieve effecten gemeld, bijvoorbeeld minder spijbelen.

Achter het gemiddelde

  • De effecten voor het lager en secundair onderwijs zijn ongeveer even groot (+1 maand). 

  • De effecten voor lezen, schrijven en rekenen/wiskunde zijn gelijkaardig. 

Onderwijsongelijkheid wegwerken

Leerlingen uit kansengroepen hebben vaak niet de mogelijkheid om lid te worden van een sportclub of mee te doen aan andere bewegingsactiviteiten buiten school vanwege de kosten. Door bewegingsactiviteiten kosteloos aan te bieden geven scholen deze leerlingen toegang tot activiteiten die anders buiten hun bereik zouden liggen.

Als scholen van plan zijn om een financiële bijdrage aan ouders te vragen voor sportactiviteiten kunnen ze overwegen om OKI- leerlingen een gratis of gesubsidieerde plaats aan te bieden.

Hoe kan je dit toepassen in jouw leeromgeving?

Het is onduidelijk op welke manier bewegingsactiviteiten de schoolprestaties precies beïnvloeden: de fysieke activiteit kan zelf invloed hebben op de leerprestaties of er zijn extra leeractiviteiten in de fysieke activiteit geïntegreerd.

Er zijn verschillende manieren waarop scholen bewegingsactiviteiten kunnen toepassen:

  • Organiseren van activiteiten voor of na de schooldag; 

  • Activiteiten, binnen of buiten de school, te laten verzorgen door externe organisaties; 

  • Combineren van sport en fysieke activiteiten met schoolvakken (bijvoorbeeld studievaardigheden, ICT, lezen en schrijven of rekenen/wiskunde), al is er nog weinig evidentie voor bewegend leren; 

  • Door mentorbegeleiding op te nemen in een sportprogramma.

Programma’s met bewegingsactiviteiten duren doorgaans langere tijd (bijvoorbeeld drie maanden, een half jaar of een jaar) en worden aangeboden door ondersteunend personeel, leraren of externe organisaties.

Hoeveel kost deze aanpak?

Onderstaande informatie is gebaseerd op internationale gegevens en geeft daarom slechts een indicatie van de kosten in Vlaanderen 

De mediaankosten voor het uitvoeren van bewegingsactiviteiten worden over het algemeen als zeer laag ingeschat. De kosten betreffen opleiding van de medewerkers die het programma uitvoeren en eventuele extra materialen die moeten worden aangeschaft. Dit zijn grotendeels opstartkosten.

De kosten kunnen oplopen tot gematigd wanneer onderwijspersoneel extra krijgt uitbetaald of er bijkomende faciliteiten moeten worden voorzien.

Bij deze kostenraming wordt ervan uitgegaan dat scholen al betalen voor sportfaciliteiten en basismaterialen. Als deze noodzakelijke kosten voor het invoeren van bewegingsactiviteiten nog niet werden gemaakt, zullen de totale kosten waarschijnlijk hoger uitvallen.

Hoe overtuigend is de evidentie?

De bewijskracht voor de effectiviteit van bewegingsactiviteiten is redelijk sterk. Er werden 61 onderzoeken gevonden die voldeden aan de criteria voor opname in de Toolkit.

Houd rekening met het volgende over de onderzoeken in dit overzicht:  

  • Een groot percentage van de studies is niet onafhankelijk geëvalueerd door onderzoekers die niet betrokken waren bij het onderzoek.

  • Evaluaties die zijn uitgevoerd door organisaties die betrokken zijn bij de aanpak, commerciële aanbieders bijvoorbeeld, laten vaak een groter effect zien. Dat kan het gemiddelde effect van de aanpak beïnvloeden.

Net als bij andere overzichten laat de Toolkit het gemiddelde effect van een aanpak zien, op basis van wetenschappelijk onderzoek. Het is belangrijk om naar je eigen context te kijken en te vertrouwen op je oordeel als professional wanneer je een aanpak wilt toepassen in jouw onderwijspraktijk.